Het verhaal van Wout

“Wout vindt zijn litteken vooral zacht”

Wout is een kleine blonde jongen van drie jaar. Er is niets te zien, op het eerste gezicht. Hij loopt wat verlegen aan de hand van zijn mama, begrijpt de situatie niet goed. Al zeker niet wat het probleem is. Alleen de huid onder zijn kin en zijn hals is verbrand. De rest van zijn peuterhuidje is mooi gaaf en glad. Wout zegt me dat hij zijn litteken heel zacht vindt. En dat hij er graag aan voelt. Wat er precies gebeurde, dat vertelt zijn mama Sabine.

“Wout was anderhalf. We waren gaan kamperen in de Ardennen. Maar het was slecht weer, we zaten allemaal dicht bij elkaar onder een luifel. Ook Wout. In een soort kampeerstoeltje. Daardoor zat hij dichter bij de tafel dan we gewoon waren. Mijn man was de oudste zoon iets te drinken aan het geven en ik zette alvast een tas heet water voor hem klaar. In één onbewaakte seconde heeft Wout die tas gegrepen en omgegoten. Op zichzelf, zijn kin en hals waren helemaal verbrand. We hebben ons naar de douches gerept en hem meteen onder koud water gehouden. Een geluk dat we wisten wat te doen. De arts die we daarna na nogal wat verkeerd rijden uiteindelijk gevonden hadden, verzorgde de wonde wel wat. Maar veel uitleg gaf hij ons niet.”

“We keerden zo snel mogelijk naar huis terug, en besloten al vlug naar het ziekenhuis te rijden. De kinderarts relativeerde het veel minder dan de arts in de Ardennen. Hij zei ons dat er zware, 2de-graads brandwonden bij zaten en stuurde ons door naar het brandwondencentrum. Daar konden we op zondagmorgen al terecht.”

“Drie weken tijd moesten we de wonde geven om zichzelf te helen. Maar dat bleek na afloop nog onvoldoende. Daarom hebben ze een stukje huid getransplanteerd van zijn billetje naar zijn kin en hals. De ingreep zelf was heel goed verlopen. En daarna moest hij zo’n drukpak dragen. Onder zijn kin was het helaas moeilijk om druk op uit te oefenen, dus dat is nu nog altijd een heel dik litteken. Waarschijnlijk moet het ooit wel nog geopereerd worden. Maar de rest is wel al goed genezen.”

Avontuurlijke jongen

“Dus ja, het had allemaal veel erger kunnen zijn. Maar mijn man voelt er zich toch ontzettend schuldig over. Dan help ik hem te relativeren. Het is uiteindelijk onder zijn kin en niet in zijn gezichtje zelf. We hebben ook wel begrip gekregen voor ouders die zoiets tegenkomen. Als buitenstaander wijt je het al snel aan onverantwoord gedrag van de ouders. Maar het gebeurt zo ontzettend snel. En het was ook in een ongewone situatie, in een ongewone omgeving. Het ene kind is trouwens ook het andere niet. Met onze oudste zoon hebben we nog nooit zoiets meegemaakt. Terwijl Wout zich nogal vaak bezeert. Hij is gewoon een avontuurlijke jongen. Nieuwsgierig ook. En een tikje ongehoorzamer dan zijn broer. Ik heb eigenlijk geen idee welke impact het op hemzelf heeft gehad. Toen hij begon te praten, stotterde hij wel. Maar of dat er nu mee te maken heeft?”

“Andere kindjes beginnen soms wel vragen te stellen. Als grote broer erbij is, dan legt hij alles uit en laat hij ze het litteken uitgebreid zien. Wout zelf laat dat allemaal gebeuren. Hij heeft daar geen enkel probleem mee. Normaal zou hij nog een soort kraag moeten dragen van harde silicone, die op zijn hoofd wordt vastgemaakt. Ik heb dat wel bij me nu, maar hij draagt hem niet graag. Hij zou eigenlijk zelfs nog een drukpak moeten dragen. Maar ook dat heeft hij niet graag. Dat zit natuurlijk ook echt niet leuk voor zo’n peuter. En hij begrijpt niet waarom het nodig is. Maar hoe krijg je dat ook uitgelegd aan zo’n klein kind? We hebben het pak net wat groter laten maken. Ik zal het binnenkort nog eens proberen. Maar ik vermoed dat het toch wel wat stress zal geven. En dat het stotteren dan ook weer erger wordt. Je ziet, een stom ongeval en niet eens een grote brandwonde. Maar de gevolgen en de ongemakken zijn wel immens. Nu heeft hijzelf er alvast nog geen complexen over, hij is nog veel te jong. Hopelijk blijft dat zo. We zullen wel zien. Dagje voor dagje. Stapje voor stapje. Zoals we tot nog toe altijd hebben gedaan.”

Plots

Het verhaal van Wout is een typisch voorbeeld van een ongeval dat wel en niet kon vermeden worden, het gebeurt plots – onverwacht en bij een handeling die we vaak dagdagelijks meerdere keren doen.  Bij zulke ongevallen speelt het schuldgevoel van de ouders een belangrijke rol in het verwerkingsproces . Bij sommigen speelt dit heel sterk , zodat de eerste weken wanneer het kind hulpbehoevend is en veel aandacht nodig heeft, de ondersteuning en begeleiding door de ouders in het gedrang komt. Elk brandwondencentrum heeft minstens één psychologe in dienst om patiënten en hun familie op te vangen (bij Wout in het Stuyvenberg ziekenhuis Antwerpen) . Het eerste contact met de psychologen onstaat doorgaans tijdens de ziekenhuisopname. Vaak zien we in later stadium (de nazorgfase) dat ouders nog steeds kampen met allerlei problemen, waarbij het schuldgevoel aan de basis ligt. Terwijl het vaak juist ging over een banaal ongeval, dat misschien te vermijden was, maar iedereen kan overkomen. Maar met soms grote en blijvende zichtbare gevolgen. En juist dit zichtbare gevolg (het litteken) maakt dat de ouders steeds opnieuw dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van dit ongeval. Daarom kan verdere professionele ondersteuning van deze ouders in een latere fase bij thuiskomts een meerwaarde betekenen. De laatse jaren is daar door de verschillende brandwondencentra, ondanks de beperkte financiële middelen, aandacht aan geschonken, ieder op zijn eigen manier. De ondersteuning in de nazorg is even belangrijk als deze tijdens de hospitalisatie. Voor deze multidisciplinaire ondersteuning kan men onder andere in Antwerpen terecht bij de VZW Oscare. Een thuishaven voor brandwondenpatiënten en hun familie.

Verhalen van anderen